Geschiedenis van de droom

16 december 2020

1- Vroege ideeën over dromen.

Mensen in de oertijd waren niet in staat om de dagelijkse werkelijkheid van de droomwereld te onderscheiden. Ze zagen de droomwereld als een vergroting van de realiteit. Men had ook al het idee dat de droomwereld een veel krachtigere wereld was.

De eerste tastbare sporen van droomwerk gaan terug naar 3000 tot 4000 jaar voor Christus waar ze werden gedocumenteerd op kleitabletten. Sinds we in staat zijn om over onze dromen te communiceren, zijn we gefascineerd door ze en streven ernaar om ze betekenis te geven.

2- De Sumeriërs

De eerste verslagen, die in de oudheid over dromen bestaan, komen meer dan 3000 jaar voor Christus bij de Sumeriërs vandaan. Deze verhalen komen van de vruchtbare halvemaan van Mesopotamië. In het beroemde verhaal van Gilgamesj lezen we voor het eerst over de dromen die deze koning steeds heeft over zijn goddelijke moeder Ninsun.

Deze dromen werden gezien als een voorspelling die de koning van de Sumeriërs als leidraad gebruikte bij zijn beslissingen in de wakkere wereld. Uit deze verhalen is duidelijk dat dromen in elk geval de afgelopen 3000 jaar al een rol hebben gespeeld.

3- Germanen

Ook bij de oude Germanen treffen we het idee aan dat dromen de toekomst voorspellen. Zo wordt er in de Volsünga saga, een heldenepos uit de Oud-Germaanse literatuur, melding gemaakt van een droom van de prinses Gudrun. Zij droomde over een prachtig hert met een gouden vacht dat iedereen wilde hebben, maar zij kreeg het. Daarna werd dat hert gedood en kreeg zij een wolvenjong dat haar broers doodde.

Een walkure, een soort hogepriesteres, moest deze droom vervolgens uitleggen. Het was een voorspellende droom, waaruit bleek dat haar omgeving zich in oorlog zouden storten. Zij zou gelukkig trouwen, maar har man zou vermoord worden en zij zou uiteindelijk iedereen verliezen, inclusief haar broers. Dit gebeurde; Gudrun bleef alleen achter.

Naast de voorspellende betekenis van dromen, was er ook nog een andere betekenis: dromen waren boodschappen rechtstreeks van de goden ( of van God, of van ziel et cetera).

Een andere visie op dromen betreft de natuurreligieuze kijk, Hoewel het moeilijk is om één visie toe te schrijven aan allerlei verschillende geestelijke leiders van de verschillende natuurreligies. Toch valt er een gemeenschappelijk aspect uit te halen: tijdens dromen maakt de ziel zich los van het lichaam. De ziel reist naar allerlei droomwerelden en gaat daar op verkenning. Bij de meeste mensen gebeurt dit onbewust en onvrijwillig maar met oefening kun je deze reizen ook sturen. Alles in een droom leeft dan ook echt. De personen, de dieren, de planten, de werelden, ze bestaan allemaal echt -ergens.

4- Dromen & de bijbel

In de geschiedenis van de Bijbel wordt de droom meer dan 700 keer genoemd. We lezen in de Bijbel over dromen die men zich herinnert en die dienen als boodschappen van God. Maar we weten ook dat niet alle dromen zo beschouwd werden. Er zijn teksten waarin het anders staat. Bijvoorbeeld:
  • Job 20:8: Als een droom vervliegt hij, onvindbaar, hij wordt weggevaagd als een nachtgezicht.
  • Job 33:15: In een droom, in een nachtgezicht, wanneer diepe slaap op de mensen valt, in sluimering op de legerstede.
  • Psalmen 73:20: Gelijk een droom na het ontwaken, o Heere, versmaadt Gij, als Gij opwaakt, hun beeld.
  • Prediker 5:3: Want gelijk de droom komt door veel bezigheid, zo dwaas gepraat door veel woorden.
  • Prediker 5:7: Want er zijn dromen in menigte, zo zijn er ook talrijke ijdele woorden; vrees echter God.
  • Jesaja 29:8: En het zal zijn, zoals wanneer een hongerige droomt, dat hij eet, maar als hij ontwaakt, is hij nog onverzadigd; en zoals wanneer een dorstige droomt, dat hij drinkt, maar als hij ontwaakt, is hij nog uitgeput en dorstig; zo zal het zijn met de menigte van alle volken, die tegen de berg Sion ten strijde trekken.
Toch vinden we heel veel voorbeelden in de Bijbel waarin de droom wel degelijk gebruikt wordt om een boodschap van God over te brengen. Het is heel goed mogelijk dat al die keren dat men niets zag in een droom deze gewoon niet genoemd worden omdat ze van weinig belang waren voor het bevestigen van het Gods woord.

In een interpretatie van het Nieuwe Testament , geschreven in de 4e eeuw na Christus, stelde Sint Johannus Chrysostomos dat God zichzelf en zijn boodschap in dromen openbaarde. Hij geloofde dat mensen niet verantwoordelijk zijn voor de inhoud van hun dromen en zich niet schuldig hoeven voelen over de schandelijke beelden.

5- Een beroemd bijbelverhaal

Het idee dat dromen een voorspellende betekenis hebben, is al heel oud. Zo staat in de bijbel het verhaal van Jozef die in Egypte de droom van de farao moet verklaren. De farao had een droom gehad over zeven vette koeien, die door zeven magere koeien werden verslonden. In een andere droom waren er zeven vette granen, die op hun beurt  door zeven magere granen  werden verslonden, Jozef legde de farao de algemeen bekende symboliek van de droom uit. Jozef werd voor deze duiding beloond en werd als onderkoning belast met het opslaan van de overschotten.

6- Dromen in andere religies.

Ook in de Islam zijn dromen belangrijk. De profeet Mohammed, de stichter van Islam, zou grote delen van de Koran via dromen hebben doorgekregen. Ook is het bekend dat hij dromen van zijn volgelingen interpreteerde.

Uit India is een lange boeddhistische traditie van droominterpretatie afkomstig . Boeddha’s moeder had een droom waarin een kleine witte olifant in haar baarmoeder kwam. Brahmanen zagen hier in de voorspelling van de geboorte van een groot leider.

Volgens de volgelingen van Zarathustra staan dromen in verband met het tijdstip waarop ze voorkomen en worden ook de interpretaties daardoor beïnvloed.

7- Middeleeuwen

Gedurende de geschiedenis van de Middeleeuwen werden dromen gezien als het kwaad en waren de droombeelden als verleidingen van de duivel gezien. In de kwetsbare slaap ( Rem-slaap) werd verondersteld dat de duivel het denken van de mensen met giftige gedachten vulde.

Hij deed zijn duivelse droomwerk terwijl hij mensen probeerde te verleiden om het verkeerde pad te nemen.

8- Egyptenaren

De fascinatie voor dromen en hun betekenis bestaat dus al eeuwen. Tijdens de 12e dynastie (ca. 1791-1786 v.Chr) begonnen Egyptenaren symbolen in dromen te registreren en na te denken over de betekenis ervan. De eerste droomduiders dachten dat in dromen contact met de goden werd gelegd.

De Egyptenaren waren het eerste volk in de oudheid waarvan geschriften zijn gevonden waaruit bleek dat zij hun dromen serieus namen. Zij gingen ervan uit dat dromen een directe connectie waren met de wereld van de goden. We kunnen ervan uit gaan dat Egyptenaren wisten hoe ze moesten lucide dromen. Ze geloofden namelijk heilig dat hun ziel bewust op reis kon gaan terwijl het lichaam sliep.

Ze ontwierpen zelfs tempels die gericht waren op het opwekken van dromen. Op die manier konden ze goddelijke heling en openbaringen ontvangen tijdens hun slaap.

In Egypte traden de priesters als droomwerkers op. De Egyptenaren legden hun dromen vast in hiërogliefen. Mensen met bijzondere levendige dromen werden hier gedacht gezegend te zijn en werden als bijzonder bestempeld.

Naar mensen, die in staat waren om met dromen te werken en ze betekenis te geven, werd opgekeken. Ze werden gezien als mensen met een goddelijke gave.

9- Grieken

In de 8e eeuw v.Chr. kwam in Homerus ‘ epos de Ilias een droom voor. Zeus zond in een droom een boodschap aan Agamemnon, de bevelhebber van de Griekse troepen bij Troje. Net als de Egyptenaren geloofden de Grieken dat dromen geneeskrachtige eigenschappen hadden. Mensen die wilden genezen, sliepen lange tijd in tempels hopend op een droom die op heling zou duiden.

De oude Grieken zagen dromen als een boodschap van de Goden. Er waren meerder goden in staat om dromen te sturen. Zeus, de oppergod, Hypnos (de slaapgod) en Morpheus (de droomgod).  Er werden tempels gebouwd waar zieke Grieken naar toe kwamen om mentaal, emotioneel, spiritueel en fysiek geheeld te worden. Plato bedacht al lang voor Freud dat onze dromen onderdrukte verlangens representeerden.

In de 5e eeuw voor Christus veranderden de ideeën over dromen en de rol van het bovennatuurlijke werd minder belangrijk bij de interpretatie. Sommige Griekse filosofen stelden dat dromen het product van het individu waren, zonder dat er een verband bestond met buitenstaanders, zelfs niet met de godenwereld.

10- Plato

Plato ( circa 428 – 348 v.Chr) was vooral geïnteresseerd in de invloed van dromen op het mentale en fysieke leven van een persoon en dacht dat gedroomde boodschappen signalen waren voor hoe iemand zijn of haar leven moest leiden. In zijn beroemde dialoog Phaedo noemde hij Socrates’ beslissing om voor kunst en muziek te kiezen het resultaat van een droom.

Plato meende dat de droom in de lever zetelde. Sommige dromen schreef hij toe aan de goden, andere aan wat hij in de Republica beschreef als een tomeloos wild beest dat tijdens de slaap opduikt.

11- Aristoteles

Aristoteles (384-322-v.Chr.) beschouwde dromen meestal niet als profetisch maar zag verbanden tussen dromen en herinneringen aan gebeurtenissen in het dagelijks leven van de dromer. Ook schreef Aristoteles over dromen die worden veroorzaakt door menselijke zintuigen. Als iemand het tijdens het slapen bijvoorbeeld erg warm krijgt, kan hij of zij gaan dromen van hitte of vuur.

Aristoteles was de voorloper van het wetenschappelijk rationalisme van de 20e eeuw met zijn stelling dat dromen opgewekt worden door louter zintuigelijke oorzaken. Aristoteles dacht dat metaforen essentieel waren voor droomanalyse. Hij suggereerde  dat droombeelden niet eenvoudigweg weerspiegelingen zijn van de dagelijkse wereld maar metaforen voor andere beelden en situaties. Dit standpunt vormt de basis van de moderne droomanalyse.

Nog voor Aristoteles beschouwde de geneesheer Hippocrates (circa 460-357 v.Chr.) – de grondlegger van de moderne geneeskunde – dromen als een diagnostisch hulpmiddel. Andere Griekse denkers sloten zich hierbij aan en zo werden veel oude Grieken medisch behandeld op basis van dromen over ziekelijke lichaamsdelen.

12- Artemidorus

In de 2e eeuw na christus vatte de sofistische filosoof Artemidorus van Daldis de wijsheid van de eeuwen ervoor samen in vijf droomboeken, de Oneirocitca ( het Griekse oneiros betekent droom) Artemidorus maakte gebruik van droomanalyses en observeerde de aard en frequentie van seksuele symbolen. In dit werk steunde hij ook de theorie dat dromen hun wortels hebben in het dagelijks leven van de dromer. Bij interpretatie van een droom moesten daarom de sociale status, de werkplek en de mentale en fysieke conditie worden betrokken om de inhoud en betekenis te kunnen ontcijferen.

13- Romeinse interpretatie

De Romeinen hingen een leer aan waarin bewuste zielenreizen mogelijk waren. Mystieke meesters waren op deze manier, ondanks dat ze honderden jaren na elkaar leefden, in staat met elkaar te communiceren en elkaar te inspireren.

De Romeinse droomcultuur verdween met de opkomst van het Christendom. In het voor Christelijke tijdperk werden belangrijke en opvallende dromen in de Senaat behandeld voor analyse en interpretatie. In dit tijdperk werden dromen met een vermeende religieuze context vaak beschouwd als boodschappen van God.

Belangrijke en opvallende dromen werden in de Senaat behandeld voor analyse en interpretatie. Dromen hebben vaak de acties van politici en militaire leiders gedicteerd. Militaire leiders lieten zich vergezellen door droomwerkers om hen door middel van droomwerk in de strijd te ondersteunen.

Er werden tempels gebouwd rond de boodschap van een droom. Men ging ervan uit dat zieke mensen die in deze tempel sliepen door middel van dromen genezen konden worden.

14- Joodse dromen

De oude joodse traditie anticipeerde op de moderne droomtheorie door te onderkennen dat bij de interpretatie de leefomstandigheden van de dromer even belangrijk zijn als de inhoud van de droom. In de 6e eeuw wist de Israëlische profeet Daniël een droom van de Babylonische koning Nebukadnezar juist te interpreteren; hij voorspelde de monarch zeven jaren van waanzin.

In de Talmoed vinden we meer dan 200 verwijzingen naar dromen. Het bevat het eerste droomwoordenboek dat de lezer helpt om zijn of haar dromen te interpreteren. Een bekend gezegde uit de Talmoed over dromen is dat "een droom die niet wordt geïnterpreteerd, is als een niet geopende brief".

Volgens de traditie van de Joodse Kabala – als je een vraag wilt stellen aan iemand die gestorven is, ga je naar de begraafplaats en stelt de vraag. En dan ontvang je het antwoord in je dromen. Doe het een keer en kijk of het voor jou werkt.

15- Oorspronkelijke Amerikanen

Verschillende indianenstammen hebben hun eigen technieken om in droomtoestand te geraken en dromen te interpreteren, Ze geloven echter allemaal in de wilskracht van de dromer. Volgens deze overtuiging kan een dromer een bepaald soort droom afdwingen door zich voor het dromen op het gewenste thema te focussen.

De droom die dan volgt, kan de dromer laten zien hoe hij moet handelen in zijn dagelijks bestaan. Ter voorbereiding op de gewenste droom wordt gebeden, gemediteerd en gevast. Voor het opwekken van de droomtoestand wordt het ook belangrijk gevonden dat de dromer zich op een vredige, afgeschermde plaats bevindt.

Indianen geloven dat ze in hun dromen een spirituele gids kunnen tegenkomen, die hen in een bepaald opzicht kan helpen. Deze gids van de geest kan meermalen verschijnen in dromen en specifieke kennis of vaardigheden overdragen, zoals een manier om iets te begrijpen of hoe een aspect van het dierenrijk zou kunnen helpen.

Sommige oorspronkelijke Amerikaanse stammen en Mexicaanse beschavingen delen dezelfde overtuiging over een aparte droomwereld. Zij geloven dat hun voorouders in hun dromen leven en niet-menselijke vormen aannemen zoals dieren of planten. Zij zien dromen als een manier om contact te hebben met hun voorouders. Dromen helpen hen ook om hun missie of rol in het leven duidelijk te maken.

16- Senoi

In de jungle van Maleisië hebben de Senoi hun eigen manier  van droominterpretaties ontwikkeld. Ze geloven dat dromen, terwijl ze zich voordoen, beheerst en positief beïnvloed kunnen worden. Een dromer die met gevaar geconfronteerd wordt, moet het direct zien te keren. Als in de droom iets goeds gebeurt, moet de dromer dat met beide handen aangrijpen. Als de dromer iets kwaadaardigs te horen krijgt, moet hij weigeren te luisteren.

Zo staan interpretaties van de Senoi in verband met de emotionele ontwikkeling van de dromer. Het leren omgaan met angsten in dromen kan de dromer bijvoorbeeld helpen beter met angsten in het dagelijkse leven om te gaan. Het verwelkomen van plezier in dromen kan een positieve houding in de wakkere toestand stimuleren. Dromen werkt dus twee kanten op: onze dromen worden beïnvloed door ervaringen in het dagelijks leven, maar het omgekeerde ook.

17- Aboriginals

In de traditie van de Aboriginals in Australië worden dromen vaak en in gezelschap naverteld. Voor sommige stammen zal er in een droom die tegen de verwachtingen van de gemeenschap ingaat – bijvoorbeeld een man die seksuele dromen heeft over een vrouw met wie hij niet getrouwd is – altijd iets tussenbeide komen.

18- Chinezen

Chinese wijsgeren onderkenden verschillende niveaus in het bewustzijn, en bij de interpretatie van de dromen hielden zij zowel rekening met de lichamelijke conditie en de horoscoop van de dromer als met de tijd van het jaar. Zij geloofden dat het bewustzijn het lichaam tijdens de slaap verlaat. De dromer abrupt wekken, voordat lichaam en geest weer waren verenigd, kon dan ook heel riskant zijn.

De Chinezen in de oudheid verdeelden de ziel in twee aparte delen. De materiële ziel en de spirituele ziel. Tijdens het slapen, wanneer het fysieke lichaam uitrustte en herstelde, ging de spirituele ziel op reis. Dit droomlichaam verliet dan het fysieke lichaam. Deze ziel was dan vrij om het land van de doden te bezoeken of om in contact te treden met andere dromers.

Er was echter een grote maar. Het was ten strengste verboden om iemand wakker te maken voor zijn ziel terug was gekeerd. In zijn of haar lichaam. De Chinezen geloofden dat hun ziel reddeloos verloren kon gaan als ze plotseling wakker werden gemaakt. Om deze speciale reden hebben sommige Chinezen nog steeds geen wekker.

19- India

Indiase zieners, rsis, geloofden ook in een gelaagd bewustzijn en onderscheiden waken, dromen, droomloos slapen en samadhi, de gelukzaligheid die volgt op verlichting. De hindoes benadrukken het belang van individuele droombeelden door ze in verband te brengen met een uitgebreider systeem van symbolische attributen van goden en demonen. Het geloof van Hindoes dat sommige symbolen universeel, en andere individueel zijn, is een voorbode van het werk van Freud en Jung.

Hindoes slaan dromen hoger aan dan ons dagelijks leven. Ze gaan ervan uit dat de hele realiteit niet meer is dan een droom van de god Vishnu. Dromen geven ons een idee van hoe die god werkelijk in elkaar zit.

20- Tibetanen

De Tibetanen bouwden het fundament voor lucide dromen. Zij omschreven hoe je lucide kon worden en hoe je overdag hiervoor je bewustzijn kon trainen. Ook legden zij de lat steeds hoger voor de taken die in een droom uitgevoerd moesten worden. Zij zijn ervan overtuigd dat wij ons in lucide dromen trainen en voorbereiden op het stervensproces. De dood en de droom is allemaal hetzelfde. Ben jij stabiel in je lucide dromen, dan kan je het stervensproces (de bardo's) ook als een droom doorlopen.

De Tibetaanse droomyogi's trainden zichzelf in de overtuiging dat ook alles in ons dagelijks bestaan, waaronder wij zelf, niet meer zijn dan een droom als onderdeel van dezelfde droom. Lucide worden in je droom was een eerste stap naar het volledig omarmen van deze overtuiging.

21- Tenslotte

Al deze visies over de betekenis van dromen zijn hier heel erg algemeen gesteld. Uiteraard zijn er behoorlijk wat verschillen tussen de theorieën maar het gaat om de volgende punten:

-              Dromen hebben een voorspellende betekenis

-              Dromen hebben betekenis als boodschap van God/van de Goden.

-              Dromen hebben betekenis als echte reizen in andere werelden.