Freud

Sigmund Freud noemde dromen de koninklijke weg naar het onbewuste. Die verklaring zal waarschijnlijk altijd overeind blijven staan in de psychologie.  Freud was baanbrekend toen hij dromen ging gebruiken om toegang te krijgen tot het onbewuste van mensen. In zijn bestseller Droomduiding uit 1900 vatte hij de bestudering van dromen door de eeuwen heen samen. Dit boek wordt gezien als een van zijn beste werken.

Het werk was om drie redenen zeer invloedrijk:
  • Het introduceerde een concept waarmee dromen wetenschappelijk bestudeerd konden worden en
  • Het gaf een overzicht van welke vragen moesten worden gesteld voor droomanalyse.
  • Het was revolutionair en vernieuwend.
Freud nam de droom op in de psychiatrie en de psychologie en bewees dat in de droom psychische toestanden zichtbaar kunnen worden, indien de droomsymbolen juist uitgelegd werden. De onjuiste voorstelling, die van de droomwetenschap bestond, zette hij recht: De functie van de grote hersenen berust op fysiologische feiten, het droombeeld op psychologische.

Freud onderzocht wat het doel van dromen zou kunnen zijn. Ook bekeek hij hoe dromen kunnen worden gebruikt om de werking van de menselijke geest beter te begrijpen. Hij geloofde dat een succesvolle interpretatie van dromen van belang zou kunnen zijn voor de behandeling van psychologische problemen en dat dromen konden worden gebruikt om de vooruitgang van patiënten in de gaten te houden.

1- Freuds ontdekking

Freud zelf leed aan diepe angsten. Het was mede hierdoor dat hij het verband tussen zijn gedachten en zijn dromen ging onderzoeken. In 1897 schreef hij aan zijn vriend Wilhelm Fliess:
“Het maakt niet uit waarmee ik begin. Ik vind mezelf altijd weer terug in neuroses en het psychische gebeuren. Binnen mij is een brandend gevoel en ik wacht alleen nog op de volgende stap voorwaarts. Ik voelde een drang om over dromen te schrijven omdat dit mij een gevoel van vervulling en zekerheid geeft.”

Dit werd ook beïnvloed door zijn patiënten. Door het vrij associëren over de dingen, die speelde in hun leven, begon het Freud op te vallen dat patiënten vaak een verbinding vonden tussen de richting van hun associaties en een droom die ze hadden gehad.

Hoe vaker hij zijn patiënten toestond om hun eigen richting te gaan in de therapie, hoe vaker ze over hun dromen vertelden.

Door het praten over de droom was de patiënt vaak in staat om een nieuwe en productieve keten van associaties en herinneringen te ontdekken. Freud begon zijn eigen dromen te analyseren en de associaties te verkennen die ze opriepen.

Hij deed dit dus ook om met zijn eigen neuroses om te gaan en zegt over deze periode:
“Ik ben door een soort neurotische ervaring gegaan. In een vreemde gemoedstoestand, een niet begrijpelijk bewustzijn, vol donkere gedachten en gesluierde twijfels, met nauwelijks een straal van het licht."

Met het gebruik van dromen voor zijn zelfanalyses ontdekte Freud dat er niet eerder herinnerde details uit zijn jeugd naar boven kwamen. Dit creëerde een gevoel en gemoedstoestand die hij nooit eerder had ervaren. Hij schreef over deze periode:
 “Sommige trieste geheimen van het leven zijn terug te voeren naar hun eerste wortels. Ik ervaar nu zelf alle dingen die ik, als derde partij, heb meegemaakt bij mijn patiënten, Of van de dagen waarin ik dreigde depressief te worden omdat ik niets begreep van deze dagelijkse dromen, fantasieën, of stemmingen”.

Zonder deze krachtige en persoonlijke ervaring van het werken met zijn dromen zou Freud niet zo hartstochtelijk hebben geloofd in de kracht en betekenis van zijn dromen.

2- Belangrijkste overtuiging

Een van zijn fundamentele opvattingen over dromen bestond uit de aanname dat het doel van dromen is om ons in staat te stellen te voldoen aan onze behoefte om te fantaseren over onze (voornamelijk seksuele) instinctieve behoeften. Vooral de instincten die de maatschappij als onaanvaardbaar ziet. Dat was al revolutionair maar er zat nog een extra dimensie aan.

Tijdens de eerste periode van Freuds leven, werden alleen mannen gedacht sterke seksuele gevoelens te hebben. Toen Freud aantoonde dat onderdrukte maar zeker duidelijke seksuele verlangens bij vrouwen hetzelfde waren, veroorzaakte dit een sociaal oproer. Het kwam hem op enorme kritiek te staan van de kerk en de gevestigde orde.

We kunnen terugkijkend zeggen dat Freud, waarschijnlijk ongewild aangezien hij vrij conservatief was, een van de eerste voorvechters van gelijke rechten was voor vrouwen. Op seksueel gebied dan.

3- Seksuele verlangens

Freud stelde dat de geest zowel op een primair als een secundair niveau actief is. Tijdens het dromen vindt een primair proces plaats, waarbij de onbewuste angsten of verlangens van de dromer in de vorm van symbolen in de droom voorkomen.

Met het secundaire proces wordt de onderdrukking van deze impulsen en symbolen door het bewuste in wakkere toestand aangeduid.

Wat Freud betreft, hadden dromen over het algemeen te maken met de diepste verlangens van de dromer. Daarnaast beweerde hij dat de oorsprong van dromen vooral lag in de emoties en de ervaringen in de kindertijd.

Freud stelde dus dat dromen vaak manieren waren waarop de geest seksuele of erotische verlangens uitdrukte, en dat veel droombeelden symbolen waren voor seksualiteit. In zijn analyses werden lange voorwerpen dus vaak geassocieerd met penis en bepaalde vruchten met borsten.

Freud geloofde dat iedere droom de representatie van een verlangen was. Hij bleef dat geloven tot aan zijn dood. Ofschoon hij wel zijn oorspronkelijke idee opgaf dat dromen altijd een seksueel verlangen bevatten. Voor Freud hield het concept van een verlangen niet noodzakelijkerwijs in dat er naar plezier werd gezocht maar ook dat iemand een wens kon hebben om gestraft te worden.

Het idee van het “geheime” verlangen gemaskeerd door een droom blijft centraal in de klassieke freudiaanse psychoanalyse.

4- ES – Uber Ich - ICH

Freud onderscheidde het ES als het deel van de geest dat onze primitieve instincten omvat en het ICH als dat deel dat verbonden is met moraliteit, logica en rationaliteit. Hij stelde dat het ES tijdens het dromen onze onbewuste verlangens verbeeldt.

De functie van droomsymbolen stelt mensen volgens Freud in staat tegelijkertijd te slapen en de oer-verlangens van het ES uit te drukken. Zo komen de verlangens tot uitdrukking zonder door te dringen tot het bewustzijn, behalve als de droomsymbolen geanalyseerd worden.

Freud baseerde veel van zijn droominterpretaties op het concept van het ES  en de onderdrukte verlangens van het onbewuste. In de jaren’20 van de twintigste eeuw waren veel wetenschappers en psychologen het oneens met deze theorie. In hun ogen vertegenwoordigen dromen geen verborgen verlangens, maar waren ze de voortzetting en weerspiegeling van het dagelijks leven van de dromer. Freud herzag zijn ideeën uiteindelijk en maakte onderscheid tussen dromen onder invloed van ID en dromen die afstamden van ervaringen in het dagelijks leven van de persoon.

Het uitgangspunt van Freud was dat dromen een achterliggende betekenis hadden (latent), maar dat deze niet duidelijk naar voren kwam (manifest). De droom zoals deze werd gedroomd, moest dus worden geïnterpreteerd. Om dat te kunnen, moest je wel wat weten over de menselijke geest volgens Freud.

De geest is opgebouwd uit drie delen: het ID, het ES en het Uber-Ich. Het ES betreft vooral de impulsen, oerdriften, de primitieve verlangens. Deze zijn veelal seksueel of agressief van aard: het gaat es alleen maar om het zoeken naar genot.

Hier tegenover staat het Uber-Ich dat een soort geweten is. Door allerlei straffen van de ouders en omgeving weet iedereen wat hij/zij wel of niet mag doen. Deze straffen worden geïnternaliseerd: we gaan er zelfs net zo over denken als onze ouders.

Dat houdt dus in dat we bepaalde dingen (bijvoorbeeld stelen) als slecht zien en andere als goed: de geboorte van ons geweten. Wil het ES eigenlijk alleen maar genot, het Uber-Ich wil vooral dat we ons goed gedragen.

Twee tegenstrijdige krachten dus, en zij zorgen voor een hoop psychische onrust. Daarom is er ook een soort mediator tussen het geweten en driften: het ICH (soms ook wel het ego genoemd). Het ego zorgt ervoor dat er, indien mogelijk, genot wordt gezocht maar er ook zo goed mogelijk wordt geluisterd naar het geweten.

Het ego werkt grotendeels in het bewuste, terwijl ES en Uber-Ich grotendeels in het onderbewuste werken. Sommige impulsen van het ES (bijvoorbeeld: ik wil met die en die seks hebben) kunnen wel bewust worden, maar als deze het Uber-Ich te veel tegen staan, worden ze alsnog teruggedrukt naar het onbewuste (verdrongen).

Overdag zijn we bewust en is het ICH de baas; tot zover geen problemen. Vervelende verlangens worden weggedrukt, en er is een beetje rust. Tijdens slapen en dromen is deze controlerende functie van het ICH weg – het bewustzijn is immers weg. Het ES en Uber-Ich kunnen ongestoord hun gang gaan.

5- Droom als bescherming van de slaap.

Freud dacht dat we echter steeds wakker zouden worden of voortdurend onrustig zouden dromen als allerlei vervelende impulsen in de droom naar voren zouden komen. Open en bloot. Daarom is er een mechanisme dat ervoor zorgt dat de verlangens een wat neutralere en metaforische vorm krijgen. Dat maakt de droom dan minder bedreigend, en de persoon droomt en slaapt lekker verder. Er is dus verschil tussen het achterliggende (onbewuste) en de inhoud van de droom.

Een deskundige kon de achterliggende wens terugvinden aan de hand van een ingewikkeld symbolenstelsel. Met dit symbolenstelsel konden alle dromen dus worden uitgelegd. Bijvoorbeeld het hebben van seks werd gesymboliseerd door alles wat mensen samendeden in een droom. Zingen, dansen, wandelen, praten of lopen. Masturbatie werd weer door muziek maken gesymboliseerd.

6- Seksualiteit

Eigenlijk was het heel simpel: het meeste stond voor seks. Het was Freud volkomen helder wat een vrouw echt wilde doen als plakjes ossenworst aan het snijden was. Of wat een man wil die zijn schoen aantrekt (mannen denken namelijk maar aan één ding).

De grote tekortkoming bij deze theorie was dat hij niet als hypothese of als theorie werd gezien, maar als waarheid. Als een religie (terwijl Freud zelf aangaf antireligieus te zijn) En dat is natuurlijk onzin. Deze theorie kan net zo goed waar zijn als de sjamanistische visie. Ze zijn namelijk allebei niet te onderzoeken. Of nog niet. Je kunt er niet achter komen of fruit in een droom altijd hetzelfde betekent.

Alhoewel de theorie van Freud vooral een karikatuur van zichzelf lijkt te zijn geworden door haar rigiditeit, is er toch een belangrijk punt uit te halen:

7- Het belang van wensen en verlangens bij dromen.

Uiteraard gaat het te ver om te zeggen dat iedere droom veroorzaakt wordt door een wens, maar wensen en verlangens spelen wel degelijk een rol. Dit is ook af te leiden uit recent onderzoek, waaruit bleek dat de voorste hersenen tijdens dromen niet zo actief waren. Dit hersengebied is onder andere belangrijk bij het afremmen van sociaal onwenselijk gedrag.

Dus: je maakt niet zomaar beledigende opmerkingen, gaat niet met allerlei mensen flirten, laat staan dat je daadwerkelijk op straat met zomaar iemand gaat vechten of neuken.

Deze rem staat als het ware uit tijdens dromen, en dus droom je ook over seks midden op straat en mep je er zonder aanwijsbare reden, of met, lekker op los. Je gedraagt je in een droom dus ongeremder, of anders gezegd: je doet in een droom wat je eigenlijk zou willen doen. Verlangens en wensen spelen wel degelijk een rol.

Bij Freud gingen deze wensen en verlangens dus voornamelijk over seks. Vrij primitief. Een van zijn aanhangers kreeg hier steeds meer moeite mee. Volgens hem waren dromen meer dan een verlangen naar seks en geweld. Maar waren ze verbonden met iets hogers, iets creatief, iets goddelijks: Carl Gustav Jung