Onderzoek naar luciditeit
Onderzoek naar luciditeit toont aan dat niet iedereen erin slaagt om zomaar lucide te worden. Een interessante stap is nu om te kijken welke factoren bijdragen aan het wel of niet snel en eenvoudig lucide kunnen dromen.
Mensen die al eens een lucide droom hebben gehad, krijgen er sneller weer een. En dat is zo met alles in het leven. Als hersenen iets kunnen, en het geeft jou een vorm van voldoening, dan zullen ze dit sneller weer mogelijk maken.
Toch lijkt het er ook op dat mensen ook onderscheiden kunnen worden door een bepaalde eigenschap waardoor zij gemakkelijker lucide dromen.
1- Hersenactiviteit
Deze ontvankelijkheid voor luciditeit veronderstelt dat dit open staan voor lucide dromen mogelijk gerelateerd is aan neuropsychologische eigenschappen met een vergelijkbaar niveau van stabiliteit overdag. Zoals cognitieve taken waarbij ook activatie in de prefrontale corticale gebieden optreedt.
Wanneer er dus zoiets bestaat als een eigenschap die zorgt voor een hogere en snellere luciditeit, zal een lucide dromer overdag beter presteren op een cognitieve taak, waarbij de prefrontale cortex geactiveerd is, dan een gewone dromer.
2- Hersenrijping
Het is verder gebleken dat hersenrijping een rol speelt in het wel of niet lucide kunnen dromen. Een onderzoek toonde dit aan door 793 studenten tussen de zes en negentien jaar te interviewen over hun ervaringen met lucide dromen.
Uit het onderzoek bleek dat er vaker luciditeit gerapporteerd werd bij de jonge deelnemers. Daarnaast hadden deelnemers die intellectueel meer capabel waren frequenter lucide dromen.
Het lucide dromen nam sterk af rond het 16e levensjaar. De onderzoekers concludeerden hieruit dat hersenrijping van invloed is op luciditeit.
3- Locus Of Control + Need For Cognition
Er zijn aanwijzingen dat lucide dromers een hogere interne Locus of control hebben. Dat betekent dat deze dromers zichzelf verantwoordelijk stellen voor succes of falen. Blagrove en Tucker (1994) hebben onderzocht of luciditeit samenhangt met een hoge Need for cognition, Locus of control en creativiteit.
Ze hebben dit onderzocht door 57 deelnemers vragen te laten beantwoorden over hun ervaringen met lucide dromen en ze op basis daarvan te verdelen in drie groepen:
- Veel lucide dromen
- Incidenteel lucide dromen
- Geen lucide dromen
Alle deelnemers vulden verder een vragenlijst in waarmee creativiteit werd gemeten, en vragenlijsten waarmee need for cognition en locus of control gemeten werd.
Zowel frequent als incidentele lucide dromers scoorden hoger op vragenlijsten over interne locus of control, need for cognition en creativiteit dan gewone dromers.
De onderzoekers concludeerden hieruit dat er een relatie bestaat tussen need for cognition, locus of control en creativiteit enerzijds en luciditeit anderzijds.
Deze relatie is niet geheel onverwachts, aangezien men zichzelf bij lucide dromen verantwoordelijk stelt voor de afloop van de droom (interne locus of control).
Het uitvoeren van dit proces vereist uiteraard motivatie (need for cognition) en de bevinding dat het veranderen van de inhoud van de droom een beroep doet op de creativiteit lijkt ook logisch.
4 - Tenslotte
Er zijn dus factoren die van invloed zijn op het lucide worden en je luciditeit maar ze zijn niet alles bepalend. Ze zeggen alleen dat het voor de een wat meer moeite kost dan voor een ander
PS: Wil je meer ontdekken over leren lucide dromen? Lees dan mijn boek De Lucide Droom Gids , Volg de gratis training of kom gezellig dan naar de Workshop Lucide Dromen…