Taoïsme

Als kwantumfysica de wetenschap van een lucide leven is, dan is taoïsme haar filosofie. Maar wat is taoïsme precies?

1- Wat is Taoïsme?

Het taoïsme is een Chinese filosofische/religieuze stroming gebaseerd op ‘het boek van de Tao en de innerlijke kracht’ van wijsgeer Lao Zi (ca. 600-500 v.Chr.). Dit boek wordt in China ‘de Laozi’ genoemd. Het boek vertelt dat de wereld anders in elkaar zit dan wat de grote godsdiensten en filosofieën uit diezelfde tijd beweren. Het was vooral een reactie op het confucianisme.

Het gedachtegoed van het taoïsme is op de natuur gebaseerd. Het is van oorsprong een vorm van sjamanisme. In deze filosofie is de wereld het resultaat van een spontane en voor altijd doorgaande evolutie van kosmische energie en materie, genaamd QI.

Het eerste dat in de Lao Zi wordt verteld is dat ‘de eeuwige Tao’ niet in woorden is uit te drukken. Het kan dus niet gedefinieerd worden. Het taoïsme lijkt te proberen om met woorden uit te leggen wat niet valt uit te leggen en resulteert daarmee in een oefening in paradoxaal denken.

Oorspronkelijk betekent Tao ‘weg’, maar ook bijvoorbeeld ‘methode’ of ‘iets uitleggen’ kan worden gebruikt als uitleg. De Tao is ‘het spontane’. Aan de ene kant is de Tao de moeder van alles en aan de andere kant is het “Het Niets’.

2- Alles is een

Ieder wezen, alles wat bestaat, is één met de Tao. Dit lijkt aan te sluiten bij het idee van ‘alles is één’. Alles houdt verband met elkaar in een voortdurende stroming van universele energieën.

Hierin is de onveranderlijkheid in verandering belangrijk. Het taoïsme zegt ‘gewoon’ mee te gaan in het voortdurende proces van verandering.

3- Het principe van de tegenstelling

Het principe van de tegenstelling ligt in het hart van het Chinese denken en voelen. Polariteit is niet gelijk aan conflict. Zo is licht niet in strijd met duisternis, is leven niet in strijd met de dood en is positief (yang) niet in strijd met negatief (yin).

Vanuit de gedachte van polariteit levert bijvoorbeeld het verlangen naar plezier frustratie op. Er wordt dan een strijd aangegaan tegen de ‘negatieve’ kant van de dualiteit plezier en verveling. Het proberen weg te nemen van verveling kan niet, aangezien plezier dan ook niet meer bestaat.

Waar zal plezier in dat geval immers tegenover afgezet moeten worden? Het is één. Is er iets voor te stellen dat echt onafhankelijk is en volledig op zichzelf staat? Vanwege deze afhankelijkheid is in het taoïsme balans en eenheid belangrijk.

4- Balanceren van yin en yang

Yin en yang dienen niet begrepen te worden als een vorm van tegenstelling maar als een dualiteit die een eenheid vormt. Hieruit volgt dat de kunst is om yin en yang te balanceren, aangezien het één niet zonder het ander kan.  Iets en niets brengen elkaar voort.

Alles wat ‘groot’ genoemd kan worden is toch weer kleiner vanuit een ruimer perspectief. Is er een einde aan deze verruimbaarheid van ieder perspectief?

5- Wu Wei  en DE – Handelen zonder Handelen

Een ander belangrijk begrip is De.  Dit komt van binnenuit en kan gezien worden als de werking van de Tao in onszelf. Het is wat volgens de Tao het meest aanwezig is als we net geboren zijn, wanneer we nog alles spontaan doen en ons niet afvragen hoe, wat en waarom we dingen doen.

Om deze innerlijke kracht spontaan te kunnen laten stromen is er het idee van ‘niets doen’, ook wel WU WEI  genoemd. Daarnaast is er nog het begrip zi-ran wat ‘zichzelf zijn’ betekent. Deze twee begrippen raken de kern van het taoïsme.

De tegenstrijdigheid in het boek is dat het ‘niets doen’ nodig is om één te kunnen zijn met de Tao en innerlijke kracht te kunnen verwezenlijken.

Het idee van wu-wei is afstand nemen, rust vinden, jezelf terugvinden en daarna ophouden met over van alles en nog wat na te denken. Het is meegaan met de stroom en leven op een manier die nauwelijks kracht vereist (of energie/qi verspilt) door inzicht te hebben in de principes, structuren en wetmatigheden van mens en natuur.

6- Tenslotte over Taoïsme

Er zit veel tegenstrijdigheid in het boek van de Tao, waar desondanks waarheid in lijkt te zitten. Het taoïsme is een oefening in paradoxaal denken en verschilt wezenlijk van het westerse denken. Thema’s die terugkomen in het taoïsme zijn hoe maatstaven variabel zijn door perspectief, polariteit, onveranderlijkheid in verandering en afhankelijkheid van dingen.

Het taoïsme lijkt uiteindelijk te gaan om, met liefde voor het leven en de natuur, naar binnen te kijken en je innerlijke kracht te vinden. De innerlijke training in het taoïsme draait om stilzitten, het beoefenen van niet-doen, het vergeten van het lichaam, afsluiten van de zintuigen en het leegmaken van het hart.

Deze innerlijke training is vervolgens zo uit te voeren dat het doel van activiteit enkel het doen van de activiteit zelf is. Dit is handeling zonder doelgerichtheid. Oftewel ‘gewoon’ meegaan in het proces van verandering en zo leven in je natuurlijke ritme.

Bron:  https://deboeddhist.nl/wat-is-taoisme/