Synchroniciteit

Synchroniciteit betekent zinvolle coïncidentie van uiterlijke en innerlijke gebeurtenissen die zelf niet causaal verbonden zijn. Synchroniciteit is een niet causaal, verbindend principe.

1- Wanneer spreken we over synchroniciteit?

Van synchroniciteit is sprake wanneer twee of meer gebeurtenissen min of meer tegelijkertijd optreden in een voor de betrokkene zinvol verband, dat niet noodzakelijk als causaal wordt ervaren.

Eenvoudig gezegd: je ervaart het als "meer dan gewoon toeval"; omdat de twee gebeurtenissen voor jou met elkaar te maken schijnen te hebben, maar niet zo dat het ene het andere heeft voortgebracht.

2- Carl Gustav Jung

Het begrip synchroniciteit (letterlijk: gelijktijdigheid) werd in 1930 geformuleerd door de Zwitserse psychiater en psycholoog Carl Gustav Jung Jung zag synchroniciteit als een ander verklaringsmodel dat naast causaliteit zijn plaats verdiende.

Dit concept stelt de causaliteit zelf niet ter discussie noch wil het ermee concurreren. Het beweert slechts dat, net zoals gebeurtenissen kunnen gegroepeerd worden onder 'oorzaak', ze net zo goed kunnen worden gegroepeerd onder hun betekenis.

3- Hoe kwam Jung tot synchroniciteit?

Jung voerde dit begrip in toen hij, na bestudering van de psychologie van onbewuste processen, constateerde dat het causaliteitsbeginsel ontoereikend was om bepaalde merkwaardige verschijnselen in de onbewuste psychologie te verklaren.

Zo vond hij vaak merkwaardige parallellen in bijvoorbeeld dromen, ziektebeelden en ervaringen van zijn patiënten. Deze samenhang leek hem niet louter toevallig, maar wezenlijk. Vandaar dat hij het "synchroniciteit" doopte.  Jung zegt zelf over synchroniciteit:

"Synchroniciteit is niet raadselachtiger of geheimzinniger dan de discontinuïteiten in de fysica. Het is slechts de vastgeroeste overtuiging van de almacht van de causaliteit die het verstand moeilijkheden bereidt en die het ondenkbaar doet schijnen dat er oorzaak loze gebeurtenissen zouden kunnen voorkomen of bestaan...
Zinvolle coïncidenties zijn denkbaar als zuivere toevalligheden. Maar naarmate hun aantal toeneemt en de overeenkomst groter en nauwkeuriger is, wordt het steeds minder waarschijnlijk en meer ondenkbaar dat hier sprake van toeval is. Dat wil zeggen: ze kunnen niet meer voor zuiver toeval doorgaan, maar moeten bij gebrek aan causale verklaringen als ordeningen volgens een bepaald plan opgevat worden... Hun 'gebrek aan verklaarbaarheid' bestaat niet alleen uit het feit dat de oorzaak onbekend is, maar ook uit het feit dat zo'n oorzaak met onze verstandelijke capaciteiten niet denkbaar is".

4- Voorbeeld synchroniciteit

Jung noemt als voorbeeld dat zijn patiënte hem eens vertelde over een droom waarin een scarabee voorkwam. Op datzelfde moment vloog een dergelijk insect zijn kamer binnen. Een scarabee is hoogst zeldzaam op de plek waar Jung woonde. Het lijkt toeval, maar volgens Jung is het dat niet. Verdere analyse via droomduiding en vooral symboliek bracht hem op het spoor van de werking van een voordien ongekende samenhang van psychische processen.

5- Tenslotte

Zijn collega's namen hem deze wending toen bijzonder kwalijk, want voor hen was alleen causaliteit aanvaardbaar in een wetenschappelijk opgevatte psychologie.

Intussen is er binnen de hedendaagse psychologie meer interesse in een psychologie die de mens niet als een ding benadert, maar als een zichzelf verklarend wezen. In deze wijsgerig antropologische visie op psychologie wordt ervan uitgegaan dat de empirisch-analytische opvatting van de (nomothetische) wetenschap niet zonder meer toepasbaar is op de mens als studieobject.

Bron (Wikipedia)